Bouwfouten spreken vaak meer tot de verbeelding dan saaie uittreksels waarbij beschreven wordt hoe het wel moet. Daarom willen we af en toe wat veelgemaakte fouten uit onze dagelijkse praktijk toelichten. Deze week: “Waar moet je op letten bij het framen van wanden?”
Bij het bepalen van een profiel voor de wand moet rekening worden gehouden met de sterkte én stijfheid van het profiel. De sterkte geeft informatie over het moment van bezwijken en móet voldoen aan de geldende normen. De stijfheid van het profiel zegt iets over de vervormingen die optreden. Hoewel er (meestal) geen specifieke eisen in de normen zijn gesteld voor deze vervormingen, bestaan er algemene richtlijnen. Het is ook mogelijk dat er specifieke eisen worden gesteld door aanverwante bouwdelen, zoals metselwerk, waarbij beperktere vervormingen worden geaccepteerd.
Bij het toetsen van de sterkte van het profiel zijn verschillende factoren van invloed. De hoogte van de wand, in combinatie met de axiale belasting, beïnvloedt bijvoorbeeld de knikfactor. De axiale belasting omvat zowel de belasting vanuit de vloer als die vanuit de andere verdiepingen. Dit betekent dat in het geval van een enkele verdieping met grote overspanningen en zware vloerbelastingen er een hogere axiale kracht kan optreden dan bij twee verdiepingen met lichte vloeren en een korte overspanning.
Daarnaast moeten ook de loodrechte belastingen door winddruk en windzuiging worden meegenomen bij de toetsing van het profiel. Hierbij spelen de locatie en de hoogte van het bouwwerk een grote rol!
De stijfheid van een profiel wordt vaak getoetst aan de hand van de praktijkregel dat deze maximaal 1/250e mag vervormen. In het geval van een wand van 3 meter hoog mag de wand dus maximaal 12 mm vervormen. Voor metselwerk gelden strengere eisen om scheurvorming te voorkomen. Adviesbureau Vekemans heeft hier verschillende publicaties over gedaan in relatie tot HSB en komt o.a. tot de conclusie dat maximaal 1/500e vervorming een goed uitgangspunt is. Let op dat er meer randvoorwaarden zijn voor metselwerk!
Een latei wordt gebruikt om de belasting boven een opening op te vangen en te verdelen. We zien vaak dat lateien niet goed gemonteerd worden of dat bij het berekenen zelfs bepaalde belastingen worden vergeten. De belasting op een latei bestaat uit een verticale en horizontale belasting. De verticale belasting gaat meestal wel goed, deze komt voort uit eventuele wanden die op hogere verdiepingen staan, het eigen gewicht van een vloer en de bijbehorende vloerbelasting of de dakbelasting. De horizontale belasting ter gevolge van wind wordt echter vaak vergeten!
Er zijn verschillende manieren om een verticale belasting op te vangen:
Het is lastiger om de horizontale belasting op te vangen omdat de keuze van profielen gelimiteerd is door de dikte van de wand. Er zijn een paar opties om deze belasting toch goed op te vangen:
De kracht die op de latei wordt uitgeoefend, moet overgedragen worden op de stijlen naast de sparing. Hierbij zijn een aantal aandachtspunten:
Het is van belang dat de constructie wordt afgestemd met installateurs. We hebben hier al eerder over geschreven in de blog “Staalframe voor de installateur” als onderdeel van de reeks blogs over de vrijstaande woning in Ridderkerk. Er bestaan namelijk beperkingen met betrekking tot sparingen maar het is ook cruciaal dat stijlen niet op posities staan waar leidingwerk uit de fundering komt. In dit geval is de stijl weggeslepen waardoor hij zijn functie verliest. Hierdoor staat de haakse wand helemaal los!
Ook stijlen naast raam- en deursparingen moeten extra gecontroleerd worden. Een vuistregel hierbij is dat alles wat in het gat wordt weggehaald, naast het gat moet worden toegevoegd.
Zelf vragen over bouwen met staalframe? Laat het ons weten!